18 desimber 2012
Suriname door Jip de Bakker Toen ik twee jaar geleden klaar was met de havo wist ik nog niet welke vervolgopleiding of studie ik zou gaan doen. Daarom had ik besloten een tussenjaar te nemen om er goed over na te denken. Toen ik dit bij de skûtsjesilentraining vertelde aan de bemanning, zei de schipper dat hij wel kennissen had in Suriname waar ik misschien wel aan het werk kon. Dat waren Peter en Pieter; deze twee mannen zijn in 2002 verhuisd naar Suriname en hebben hier Hotel Restaurant de Plantage opgericht. Dit is een ressort met acht huisjes en een restaurant waar de gasten kunnen ontbijten lunchen en dineren. Toevallig stond Pieter twee weken later op de vakantiebeurs in Utrecht. Daar hebben we elkaar ontmoet en afspraken gemaakt over mijn verblijf. Ik zou helpen op "de Plantage" en kon dan in een van de huisjes slapen. Dezelfde avond nog hebben mijn ouders en ik een ticket geboekt. Twee weken later zat ik in het vliegtuig naar Paramaribo. De Plantage Aangekomen in Suriname werd ik door Pieter opgehaald vanaf het vliegveld. Toen ik uit het vliegtuig stapte kwam ik meteen in de tropische Surinaamse temperatuur van ongeveer 35 graden terecht. Dat was wel even wennen en dus behoorlijk zweten in de terminal. Ik kwam aan in het donker en kon dus weinig van de omgeving zien. Na een autorit van anderhalf uur kwamen we aan op de Plantage. Die was in de avonduren door fakkels verlicht en dat zag er prachtig uit. Na even te hebben gepraat en kennis te hebben gemaakt met "Parbo", het Surinaamse bier, ben ik snel naar bed gegaan omdat ik nog moe was van de reis. De volgende ochtend werd ik wakker en stapte mijn huisje uit in de heerlijke natuur van Suriname. De Plantage ligt op een half uur rijden van Paramaribo en is gebouwd op een oude cacaoplantage. Die wordt al heel lang niet meer gebruikt en is dus mooi begroeid. Het terrein is elf hectare groot en daarvan is verreweg het grootste deel bos. Met veel verschillende bomen en planten maar ook veel dieren, zoals doodshoofdaapjes, kaaimannen, vogelspinnen, luiaards, kaketoes, slangen en kolibries. Die kwam ik allemaal wel eens tegen als ik mijn dagelijkse rondje met de honden aan het lopen was. Mijn taken waren: de gasten ontvangen en naar hun huisje begeleiden, helpen in de keuken, serveren en meehelpen met het onderhoud. Zo hebben we het dak van het restaurant vervangen. Dat betekende eerst de oude bladeren eraf, en dan het bos in om nieuwe te kappen en vervolgens deze op het nieuwe dak te spijkeren. De gasten waren vooral Nederlandse toeristen en Surinamers. Het was leuk werk, ook door de leuke collega's en de tevreden gasten. Vrije Tijd Ik werkte vier dagen en was dan twee dagen vrij. Op deze twee dagen kon ik dingen voor mezelf doen. Ik ging vaak met mijn collega's dingen doen, zoals voetballen, bootje varen of gewoon lekker in het zonnetje een biertje drinken. Ook gingen we vaak vissen. We hadden een keer afgesproken om met een grote groep de hele dag te gaan vissen, we zouden om half zeven ’s ochtends weg. Toen ik de volgende dag als brave Nederlander om half zeven voor de deur stond, was het nog verdacht donker in het huis. Na even te hebben gewacht heb ik toch maar aangebeld en er werd opengedaan door de broer van de jongen waarmee ik zou gaan vissen. Hij vroeg aan mij wat ik hier deed. Toen ik zei dat we hadden afgesproken om te gaan vissen om half zeven moest hij hard lachen. Hij zei: “We zijn in Suriname, daar leven we niet zo op de klok”. En inderdaad tweeënhalf uur later zijn we pas vertrokken. We waren met tien man en zijn de hele dag lekker wezen vissen en zwemmen. De pannenset ging mee en dus werd de vis meteen klaar gemaakt en opgegeten. En koken kunnen Surinamers wel, dus op dit soort uitjes heb ik altijd de heerlijkste en raarste dingen gegeten. Ze gaven mij vaak wat te eten en dan zeiden ze bijvoorbeeld dat het kip was. Als ik het dan op had bleek het wat anders te zijn zoals: wild zwijn, leguaan of kaaiman. Alle mensen waren ook altijd heel gastvrij. Als ik naar de supermarkt liep was de kans heel groot dat ik onderweg door iemand werd geroepen om even wat te komen eten en drinken en even een praatje te maken. Na een half jaar in dit heerlijke land geleefd te hebben voelde ik me al helemaal een Surinamer. Als ik had afgesproken om acht uur kwam ik ook gewoon een kwartiertje later, zat na het werk lekker voor de supermarkt met veel dorpsbewoners een biertje te drinken, ik danste mee op alle Hindoestaanse feestdagen en vond een ontbijt met bami eigenlijk best wel lekker. Kortom het was een heerlijke tijd en ik ga zeker nog een keer terug!